Verslag MVO trainingsdag 18 mei 2018

’s Ochtends kwamen als eerste de OESO-richtlijnen aan de orde waarbij Catelene Passchier (NCP-lid) de toepassing van de Richtlijnen en de mogelijke rol van de ondernemingsraad (OR) toelichtte. Én de mogelijkheid voor een OR, een beroep te doen op het NCP voor voorlichting en advies. De OESO-richtlijnen geven als enige Richtlijnen toegang tot een klachtengeschillenmechanisme en bemiddeling.

Daarna namen Alexandra van Selm (Programmadirecteur IMVO) en Fleur van den Heuvel Meerman van de SER, het stokje over. Zij lichtten de achtergrond en aanleiding voor het opstellen van de IMVO-convenanten toe. De risico's als gevolg van sterke globalisering bleek een belangrijke reden om convenanten af te sluiten tussen overheid, NGO's en vakbonden.
En er werd gesproken over de rol van de OR bij de tot standkoming, implementatie en naleving van de convenanten.

Coen Brouwer (Universiteit Utrecht) en Mathi Bouts (voorzitter Multi Nationale Ondernemingsradenoverleg (MNO)) sloten de ochtend af met een presentatie over de uitkomsten van een onderzoek naar de rol van de Nederlandse ondernemingsraden bij MVO. Dit onderzoek werd in opdracht van het MNO uitgevoerd door Universiteit Utrecht. Een van de conclusies was dat het thema MVO nog téveel een managementthema is. De nieuwe MVO Model-code (opgesteld door MNO en Universiteit Nyenrode) geeft OR’en de mogelijkheid om MVO prominent op de agenda van de bestuurder te zetten.

Tijdens het middagprogramma gingen de deelnemers zelf aan de slag. Opgesplitst in drie teams kreeg iedereen dezelfde rol, namelijk lid van een OR die MVO onder de aandacht van de bestuurder moest brengen. Daarna konden ze dit direct in praktijk brengen in een simulatie-overlegvergadering met een bestuurder, gespeeld door Lodewijk de Waal (tot mei 2018, voorzitter NCP).

Er waren drie actuele onderzoeksopdrachten:

1)    Het verplaatsen van productieactiviteiten van Nederland naar Zuid Afrika.
Daarover zou de OR weliswaar binnenkort een adviesaanvraag ontvangen maar het Nederlands personeel was alvast op de hoogte gesteld en dat veroorzaakte veel onrust. Tevens werden -min of meer gelijktijdig- forse bonussen aan het management verstrekt. Een jaarlijks terugkerende ergernis voor de OR.

2)    Het afsluiten van het Klimaatakkoord en de gevolgen voor bedrijven.
Een enorme maatschappelijke uitdaging met de doelstelling van 49 procent CO2-reductie in 2030. Sommige afspraken pakken positief uit voor bedrijven en  andere negatief. Inmiddels heeft de SER, in de vorm van een advies, een aantal concrete aanbevelingen gedaan om de werkgelegenheidskansen te verzilveren en knelpunten op de arbeidsmarkt tijdig aan te pakken. De centrale vraag in deze onderzoeksopdracht ging over de betrokkenheid van de OR.

3)    De arbeidsomstandigheden bij Indiase theeplantages.
Uit onderzoek blijkt dat er ernstige problemen zijn onder meer over  ontoereikende vergoeding van gemaakte overuren, onvoldoende voorzorgsmaatregelen bij het werken met pesticiden (bijv. géén verplicht gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen) en het gebrek aan vrijheid van vereniging en vertegenwoordiging van arbeiders. De theeplantages leveren aan een Nederlands concern. De OR reageert op de uitkomsten van het onderzoek.

Een interactieve en inspirerende dag -onder leiding van Frans Evers (voormalig voorzitter NCP)- die zeer leerzame inzichten en handvatten opleverde. De presentaties kunt u hieronder nalezen.