Publicatie eindverklaring POSCO, ABP/APG, GPF – Lok Shakti Abhiyan, e.a.
Het Nederlandse NCP heeft op 18 september 2013 de eindverklaring gepubliceerd inzake de melding ‘POSCO, ABP/APG, GPF – Lok Shakti Abhiyan, KTNC Watch, Fair Green and Global Alliance, ForUM'.
De eindverklaring, en de reactie van de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, is hier te vinden.
Persbericht 18 september 2013
Partijen bereiken overeenstemming in “POSCO-zaak”. NCP constateert dat APG haar verantwoordelijkheid als minderheidsaandeelhouders heeft genomen. Constructieve dialoog tussen POSCO en stakeholders blijft essentieel voor verbetering op locatie.
Het Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (NCP) constateert in de eindverklaring inzake de melding van NGO’s Lok Shakti Abhiyan, KTNC Watch, Fair Green and Global Alliance en ForUM tegen de Nederlandse financiële instellingen ABP en APG dat financiële instellingen gehouden zijn aan de OESO-richtlijnen, ook wanneer de investeerder een minderheidsbelang heeft. Dit betekent dat investeerders en andere financiële instellingen een verantwoordelijkheid hebben om waar mogelijk hun invloed uit te oefenen om eventuele negatieve effecten van handelingen van ondernemingen waarin zij beleggen, te helpen vermijden of te verminderen.
Deze conclusie is een van de uitkomsten van de melding onder het NCP. De melding betrof een vermeende schending van de OESO-richtlijnen door het pensioenfonds ABP en pensioenuitvoerder APG, met betrekking tot het minderheidsaandeel van ABP in het Zuid-Koreaanse bedrijf POSCO. De melders hebben tegelijkertijd ook meldingen ingediend bij het Noorse en Zuid-Koreaans NCP, betreffende het Noorse pensioenfonds NBIM en POSCO zelf.
POSCO staat onder druk vanwege zijn activiteiten in de staat Odisha in India waar het bedrijf plannen heeft voor de bouw van een staalfabriek. Hier bestaat lokaal grote weerstand vanwege de gedwongen verplaatsing van naar verwachting meer dan 22.000 mensen, volgens de berichtgeving van de melders. ABP en APG worden in de melding aangesproken op hun verantwoordelijkheid om – ook als minderheidsaandeelhouder – bij investeringen een zorgvuldig due diligence onderzoek uit te voeren (het proces van het in kaart brengen van risico’s van bedrijfsactiviteiten en -keten en het bepalen hoe hier mee om te gaan) en negatieve impact te vermijden of zoveel mogelijk te helpen verminderen.
Het NCP heeft na ontvangst van de melding met de betrokken partijen een dialoog opgezet om te komen tot een oplossing van de vermeende schending. Het NCP concludeert in zijn eindverklaring dat pensioenuitvoerder APG, dat onder andere voor ABP pensioengelden beheert haar verantwoordelijkheid als minderheidsaandeelhouder heeft genomen en in overeenstemming heeft gehandeld met de OESO-richtlijnen. APG past de OESO-richtlijnen toe en wendt haar invloed aan binnen de kaders van haar investeringsbeleid om negatieve impact te vermijden of te verminderen.
POSCO heeft inmiddels ingestemd met een onafhankelijk onderzoek naar de situatie in India en zijn rol. APG verwacht van haar portfoliobedrijven dat zij handelen in lijn met uitgangspunten van de VN Global Compact en spreekt bedrijven daarop als daar aanleiding toe is. Namens haar klanten maakt APG keuzes waar het haar invloed aanwendt om portfolio bedrijven aan te spreken op verantwoord ondernemen. Leidend daarbij zijn de ernst van de vermeende schending en mogelijkheden die APG als aandeelhouder heeft om verbeteringen in het gedrag van ondernemingen te beïnvloeden.
Het NCP deelt de zorgen van partijen over berichten over gedwongen landacquisities en stelt in zijn eindverklaring vast dat er behoefte is aan een dialoog tussen POSCO en alle stakeholders. Een onafhankelijke Review en Assessment missie zou bij kunnen dragen aan het tot stand komen van een dialoog tussen POSCO en alle stakeholders. Het NCP is bereid om hieraan in gezamenlijkheid met het Zuid Koreaanse en Noorse NCP een actieve bijdrage te leveren
In zijn eindverklaring concludeert het NCP ook dat bij een minderheidsbelang de verwachtingen van wat de invloed en mogelijkheden van een investeerder zijn realistisch moeten zijn. Financiële instellingen staan voor de uitdaging te helpen verduidelijken hoe ze invulling geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid bij het toepassen van de OESO-richtlijnen in de praktijk.
De eindverklaring bijbehorende documenten zijn te vinden op de website van het NCP.
De OESO-richtlijnen makenduidelijk wat de Nederlandse overheid (en 43 andere landen) van bedrijven verwacht bij het internationaal zakendoen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Ze bieden handvatten voor bedrijven om met kwesties om te gaan zoals ketenverantwoordelijkheid, mensenrechten, kinderarbeid, milieu en corruptie. Bij geschillen over de toepassing van de Richtlijnen kunnen partijen zich richten tot het Nationaal Contactpunt (NCP). Het NCP probeert vervolgens partijen bij te staan om gezamenlijk te komen tot een oplossing van het probleem gericht op de toekomst, onder andere door bemiddeling via het NCP zelf of via een derde partij.
Voor vragen naar aanleiding van dit bericht kunt u contact opnemen met het NCP via ncpoecd@minbuza.nl of 070-3484200.